Tien eenvoudige tips voor het houden van gezonde kamerplanten

Kamerplanten zijn een geweldig om een vleugje natuur in ons huis toe te voegen. Ze maken in een handomdraai van een kale hoek een prachtige mini oase. Planten kunnen een saaie, bijna klinisch ogende kamer omtoveren in een plek die er levend en warm uitziet.

De grootste vijand van de gemiddelde kamerplant is hun menselijke verzorger. Vaak worden planten gedood uit liefde. Ze krijgen te veel water of meststoffen. Soms maken we ons zorgen dat de planten het te koud hebben en verplaatsen we deze onnodig naar een warme ruimte. Een andere keer zetten we planten op de vensterbank waar ze te veel zonlicht krijgen en uiteindelijk doodgaan van de hitte.

Hieronder enkele eenvoudige tips om planten mooi en gezond te houden. Lees deze 10 tips zorgvuldig door om je kamerplanten gezond te houden zodat deze nog jaren gelukkig bij je blijven wonen.

  1. Ken je planten

Sommige planten moeten iedere dag water krijgen, andere planten hebben genoeg aan één keer water in de week. Het belangrijkste is dat je weet wat jouw planten nodig hebben. Als je eenmaal begrijpt in welke omstandigheden jouw kamerplanten het liefste willen leven komt het goed. Met de juiste achtergrondinformatie van een plant weet je of deze tegen direct zonlicht kan of juist liever in de schaduw staat. Daarnaast is de hoeveelheid water en de frequentie van het water geven heel belangrijk. Voordat je jouw huis gaat vullen met planten, kijk eerst waar je de plantenbakken precies wilt neer gaan zetten.  Hierbij is het belangrijk om te kijken naar de luchtvochtigheid en de hoeveel zonlicht op de specifieke plekken in je huis. Op het moment dat je deze informatie allemaal in beeld hebt, kun je gericht jouw kamerplanten in gaan kopen.

 

  1. Zorg voor een goede afvoer van water 

Nog erger voor een plant dan geen water geven, is te veel water geven. Dit komt voor als er onvoldoende drainage in de bodem zit. Als overtollig water niet weg kan lopen, zit het water in de grond en begint dit te stagneren. Dit leidt uiteindelijk tot de dood van een plant. De plant zal gaan rotten in de veel te natte grond. Een manier om dit te voorkomen is de grond te voorzien van een goed drainagesysteem. Dit is simpel om aan te brengen. Dit kan namelijk door het toevoegen van stenen in de pot wanneer je de plant gaat oppotten. Het water gaat hierdoor door de grond en de wortels behouden voldoende mogelijkheid om te drinken. Het overschot aan water zal weglopen waardoor de plant in perfecte conditie zal blijven.

  1. Plaats een spons in de bodem van je plantenbakken

Als je vergeetachtig bent als het gaat om water geven van je planten, of als je merkt dat je niet vaak genoeg thuis bent om je planten water te geven, moet je een manier bedenken om toch goed voor je planten te kunnen zorgen. Een eenvoudige oplossing voor dit dilemma is om een stuk spons aan te brengen in de plantenbak. Wanneer je jouw planten water geeft, zal een deel van het water zich nestelen in de spons en dienen als een soort reservevoorraad water. Jouw plant kan dan drinken als hij dorst heeft, ook als jij niet thuis bent of als je hem een keer vergeten bent. Dit is ook een hele handige tip voor mensen die veel op reis zijn. Je plant zal niet verdrogen als je er niet bent of dat je hem een keer vergeet. Gebruik natuurlijke sponzen in plaats van synthetische. 

 

  1. Zorg voor voldoende licht

Sommige planten vinden direct zonlicht heerlijk, andere soorten hebben slechts een minimale hoeveelheid licht per dag nodig. Toch hebben alle planten licht nodig om sterk en gezond te blijven. Plaats jouw planten op een plek waar ze die hoeveelheid licht krijgen die ze nodig hebben. Mogelijk kun je aan degene vragen die planten aan jou verkoopt, wat de beste plek is voor een specifieke plant. Hij of zij heeft er verstand van en zal je graag helpen. Ook kun je een plantenboek raadplegen of zoeken op internet. Zorg er in ieder geval voor dat je ’s morgens lekker de gordijnen opent om zonlicht binnen te laten. Dit is kostbaar zonlicht waar jouw planten dol op zullen zijn. Als je jouw planten in het zonlicht plaatst, zul je zien dat ze zichzelf naar de zon gaan richten. De plant groeit beter en constanter. 

  1. Neem je tuingereedschap ter hand

Iedere liefhebber van planten heeft wel tuingereedschap in huis. Dit kun je ook gebruiken voor het onderhoud aan je kamerplanten. Ze zullen je dankbaar zijn als je ze regelmatig onder handen neemt. Bijvoorbeeld door het afsnijden van overlopende takken en bladeren. Neem je snoeischaar ter hand en loop minimaal een keer maand door je planten heen. Takken die ongezond zijn snoei je eraf. Ook verwijder je tijdens dit onderhoud delen van de plant die ongezond zijn en toch veel water en voedingsstoffen gebruiken. De rest van de plant wil dit water en deze voedingsstoffen graag tot zich nemen en dat gebeurt door dit onderhoud. Gooi de restanten echter niet weg die je hebt gesnoeid. Je kunt ze namelijk versnipperen en als compost weer op de planten gooien. Deze kunnen dan in de toekomst water vasthouden en als voeding dienen voor de plant.

 

  1. Hergebruik koffiedik en theebladeren 

Als je een liefhebber bent van koffie en thee, laat dan je planten meegenieten met jouw liefhebberij. Veel mensen gooien hun koffiedik en oude theebladeren weg. Dit is zonde. Beiden kun je namelijk gebruiken als meststof voor je planten. De volgende keer als je koffie hebt gedronken, of thee, stop dan het koffiedik en de theeblaadjes eens bij je planten. Beide stoffen zullen namelijk de PH-waarde van de grond verhogen waardoor je een groeispurt van je planten zult zien. Je hoeft dit na iedere kop koffie of thee te doen. Een of twee keer per maand is voldoende voor je planten. Niet te vaak doen, dat is weer te veel van het goede.

  1. Geef je planten een douche

In het wild krijgen planten water als het regent. Veel van dit regenwater komt op de grond terecht waarna de wortels van de planten het water op zullen nemen wat ze nodig hebben. Ook bladeren absorberen een behoorlijke hoeveelheid regenwater. Op het moment dat je planten alleen voorziet van water op de grond vergeet je dus eigenlijk de bladeren mee te nemen. Koop een spuitfles en spuit een lichte waternevel op de bladeren van je planten. Dit is iets wat je gerust regelmatig kunt doen in de warmere maanden. Als je huis flink warm wordt gestookt in de wintermaanden zullen je planten ook uitdrogen als deze te kort water krijgen. Sproei ze daarom ook in de winter regelmatig nat. Houd een goed bewateringsschema aan, maar sproei ze dus ook regelmatig nat. Neem de kamerplanten twee keer per jaar mee naar buiten als het warm is buiten en sproei ze nat met de tuinslang. Extra water en zonlicht doen deze kamerplanten goed. Nadat je ze gedoucht hebt laat je ze even een uurtje staan en daarna breng je ze weer naar binnen.

 

  1. Houd je planten schoon

Het maakt niet uit hoe vaak je jouw huis afstoft, stof blijft altijd terugkomen. Het lijkt weleens een eindeloze klus. Toch zul je het regelmatig moeten doen om je huis vrij van stof te houden. Verwaarloos je planten niet terwijl je aan het afstoffen bent. Een dikke laag stof op de planten zorgt er namelijk voor dat de planten geen zonlicht kunnen absorberen. Dit beperkt het proces van de fotosynthese, dat is de manier hoe planten zichzelf voeden. Ze nemen kooldioxide, water en zonlicht in zich op. Als ze niet genoeg zonlicht kunnen absorberen, wordt dit proces belemmerd. Regelmatig sproeien van water op de planten is ook een grote hulp, maar je moet ook het stof op de planten verwijderen. Zodra het stof op je planten is verwijderd, kunnen je planten groeien en gezond blijven. Neem een zachte doek voor het afstoffen en haal het stof weg. Niet alleen zullen je planten gezond blijven, ze zien er ook stralend en helder uit zonder die lelijke laag stof.

  1. Geef je planten ook eens iets anders te drinken

Gewoon water is de beste vriend van een plant, maar geef je planten eenmaal per week ook eens soda of mineraalwater. Dit koolzuurhoudend water zit vol met mineralen waar je planten absoluut dol op zullen zijn. Ze zullen goed gedijen op deze speciale traktatie en zien er krachtiger en helderder uit dan ooit tevoren. Je kunt ze ook af en toe een glas dood bier geven voor een extra boost. Als je een feestje hebt gehad staan er altijd nog weleens hier en daar wat halve flesjes bier. Giet ze niet door de gootsteen, maar geef ze aan de planten. Maar overdrijf het niet, te veel is ook niet goed. Frisdrank is niet goed voor planten, suiker kan namelijk gaan fermenteren en de groei van schimmel is niet goed voor planten. Zij zullen hierdoor worden beschadigd.

 

  1. Bewaar het water wat je overhebt na het koken

Een deel van het water waarmee je kookt, kan een geweldige bron van voedingsstoffen zijn voor je kamerplanten. Bijvoorbeeld het water waarmee je eieren kookt, dit kun je nog prima gebruiken om aan je planten te geven. Nadat je eieren hebt gekookt, haal je de eieren eruit en bewaar je het water. Dit water kun je aan je planten geven. Dit water bevat namelijk sporen van mineralen uit eierschalen waardoor dit een natuurlijke voedingsstofrijke meststof is voor de planten. Ditzelfde principe gaat ook op voor als je groente kookt. Voedingsdeskundigen geven ook regelmatig aan dat veel mineralen en vitamines in ons restwater terechtkomen, terwijl we deze nog heel goed kunnen hergebruiken om bijvoorbeeld onze planten mee te bemesten. Vergeet niet om het restwater eerst goed af te laten koelen, heet water is niet goed voor planten.

Conclusie

 

Kamerplanten leven en hierdoor moet je goed voor ze zorgen. Als je jezelf niet als een goede tuinman beschouwt, is het zinvol om te starten met onderhoudsarme planten die niet veel tijd en inzet van je vragen. Als je graag verse kruiden gebruikt tijdens het koken zijn bijvoorbeeld kruidenplanten prima om mee te starten. En het staat ook nog eens leuk in je keuken.

Trek je tuinhandschoenen aan, pak je gereedschap en begin met een paar kamerplanten in je favoriete deel van je huis. Voor je het weet heb je een geweldige verzameling planten om leven en kleur mee in je huis te brengen.